1. Met zilver en met goud maken ze het mooi,met spijkers en met hamers zetten ze het vast,zodat het niet kan wiebelen.
  2. Ze zijn als een vogelverschrikker op een komkommerveld, want spreken kunnen ze niet.Ze moeten helemaal gedragen worden, want ze kunnen geen stap verzetten.Wees niet bevreesd voor hen, want kwaad kunnen ze niet doen,maar ook goeddoen is er bij hen niet bij.
  3. Niemand, HEERE, is U gelijk,groot bent U en groot is Uw Naam in sterkte.
  1. Hoor het woord dat de HEERE tot u spreekt, huis van Israƫl.
  2. Zo zegt de HEERE:U mag u de weg van de heidenvolken niet aanleren,en u niet ontstellen door de tekenen aan de hemel,omdat de heidenvolken zich daardoor ontstellen.
  3. Want de gebruiken van die volken zijn onzinnig:het is immers een stuk hout, iemand heeft het uit het bos gekapt,vakwerk met de bijl.
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.